politiek

Bestuurders

Vroeger was er een serieus tekort aan mest en de aankoop ervan te duur voor de gewone boer. Tegenwoordig hebben we er teveel van en zijn de kosten om het overschot af te voeren voor veel boeren te hoog. Een deel van de mest wordt gedumpt. Bestuurders mogen zich dat aanrekenen.

Enkele weken geleden interviewde het NPO-journaal een LTO-bestuurder. De aanleiding was de lage melkprijs, onder meer als gevolg van de sterk gestegen productie. Na het afschaffen van de melkquotering in de Europese Unie, in 2015, werd het aantal koeien in Nederland sterk uitgebreid. LTO suggereerde dat niet alleen de boeren, maar ook de overheid en de banken hiervoor verantwoordelijk waren, omdat vergunningen voor stallen waren afgegeven en de bouw gefinancierd. Dit was verrassend. Nog maar kort daarvoor werden banken bekritiseerd omdat ze te terughoudend zouden zijn met financiering en overheden wanneer die de omvang van de veestapel wilden beperken.

De Nederlandse overheid overwoog de melkquotering te continueren, omdat de mestproductie tot boven het plafond dreigde te komen dat in Europees verband was afgesproken. LTO en de zuivelindustrie vroegen de overheid nadrukkelijk om af te zien van wettelijke beperkingen. Met de hand op het hart beloofde men zelf de mestproductie voldoende te beperken. Maar al na enkele maanden was het mis en werd de overheid vriendelijk verzocht het plafond niet alleen dat jaar maar ook in de drie jaren daarna te mogen overschrijden. Zonder duidelijk te maken waarom de eerder gemaakte afspraak niet werd nagekomen en zonder iets concreets aan maatregelen te hebben genomen.

Onbegrijpelijk is dat de overheid akkoord is gegaan met het verzoek om de veestapel niet wettelijk te begrenzen. Het was immers bekend dat 30-40% van de mest in het illegale circuit verdwijnt. Bovendien wordt een deel van de mest legaal gedumpt: jaar na jaar is de uiterste datum waarop mest mag worden uitgereden op verzoek van de landbouworganisaties naar achteren geschoven, terwijl een door de overheid ingestelde commissie van deskundigen dat telkens onverantwoord vond. Gewassen kunnen de mineralen in de mest later in het jaar onvoldoende opnemen zodat die in het water terecht komen. Dit jaar is de vrijstelling beperkt gebleven omdat men de toorn van Europese Commissie vreest. Die moet zich volgend jaar uitspreken over het Nederlandse verzoek om ook na 2017 meer mest te mogen uitrijden dan de daarvoor geldende Europese norm. In meer dan 75% van onze wateren kan met name door een teveel aan meststoffen niet tijdig worden voldaan aan de eisen die de Europese Commissie stelt aan de waterkwaliteit.

Peel en Kempen en andere zandgebieden kampen nu al een halve eeuw met een mestoverschot. Landbouworganisaties bivakkeerden zo lang mogelijk in de ontkenningsfase en schoven vervolgens noodzakelijke maatregelen zoveel mogelijk op de lange baan. Tijdwinst als strategie; na ons de zondvloed. De politiek was naïef of ontbrak het aan moed om het maatschappelijk belang fatsoenlijk te dienen.

Zorgwekkend is dat landbouw voor de politiek blijkbaar niet meer belangrijk is. Het dossier is toevertrouwd aan een staatssecretaris zonder veel kennis van zaken en voor de meeste woordvoerders van de politieke partijen geldt hetzelfde. Landbouw is sluitpost geworden. Debatten in de Kamer zijn vaak niet veel meer dan een opsomming van halfbegrepen wensen van belangengroeperingen; de logica achter besluiten is vaak zoek.

Het aantal leden van landbouworganisaties neemt af, zodat hun bestuurders moeten worden gevist uit een steeds kleinere vijver. Bovendien vinden geschikte kandidaten de opstelling van de landbouworganisaties en hun leden vaak te behoudend om mee te willen doen. Of ze geven de voorkeur aan een bestuursfunctie buiten de landbouw, bijvoorbeeld in het schoolbestuur van hun kinderen, om hun maatschappijbeeld te verbreden.

Wellicht komt het de bestuurders prima van pas als Europa straks voorschrijft wat Nederland nodig heeft. Ze wassen hun handen dan in onschuld.